Terug naar toen: oorlogsslachtoffers herdacht

Op de gedenkplaat in de muur van de begraafplaats staan drie namen vermeld: Jan Albertus Pals, Arie Leendert Verhoef en Wouter Slob. Wie waren deze mannen en waarom werden zij slachtoffer van de oorlog?

Jan Albertus Pals

Jan Albertus Pals werd geboren op 20 juni 1919 in Emmen. Hij was militair en woonde in Hoornaar. Toen de oorlog uitbrak, was hij met zijn onderdeel gelegerd in Noord-Brabant. Hij sneuvelde op maandag 13 mei 1940. Pals werd in Oisterwijk begraven.

Arie Leendert Verhoef

Arie Leendert Verhoef, kortweg Arie, werd geboren op 22 mei 1917 in Schelluinen. Hij trouwde op 14 september 1939 met Arigje van Gent. Zij gingen in Hoornaar wonen, waar op 22 januari 1940 hun dochter Willemke Lena werd geboren. Arie Leendert was rietvlechter van beroep.

Arie Leendert Verhoef
Arie Leendert Verhoef met gezin

Wouter Slob

Wouter Slob is 28 mei 1918 is geboren in Hoornaar. Hij was schoolmeester op de CBS in Hoornaar.

Wouter Slob

De Melkstaking van 1943

Eind april 1943 riep de Duitse bezetter alle voormalige Nederlandse militairen op zich te melden om in Duitsland te gaan werken. De Duitse bezetter wilde zoveel mogelijk weerbare mannen uit Nederland verwijderen – zowel uit angst voor een geallieerde invasie als om hen in te zetten voor arbeid in Duitsland, waar een groot tekort aan arbeidskrachten heerste. Nederlanders die weigerden te werken in Duitsland konden op ‘den strengste maatregelen’ rekenen.

Als reactie ontstonden er in heel Nederland spontane stakingen, bekend als de April-meistaking. In de volksmond werd dit al snel de Melkstaking, vanwege de grote rol van boeren en melkophalers die weigerden melk te leveren.
Ook in de Alblasserwaard werd gestaakt: scheepswerven lagen stil, boeren gooiden melk weg en melkfabrieken sloten hun deuren. Melkfabriek Samenwerking in Giessen-Nieuwkerk bleef aanvankelijk draaien.

Toen dit bekend werd, besloten groepen jonge mannen uit Hardinxveld en Hoornaar naar de fabriek te fietsen om het personeel aan te sporen tot staking. Onder hen waren de vrienden Arie Verhoef en Wout Slob uit Hoornaar. Onderweg werd een melkwagen tot stoppen gedwongen; Slob zette zijn klomp voor het wiel terwijl anderen de melkbussen verwijderden. In Giessen-Nieuwkerk voegden de stakingsgroepen zich samen en na enige onrust – waaronder het sneuvelen van enkele ruiten – werd ook deze fabriek stilgelegd.
Arie Verhoef en Wout Slob, die stakingsoproepen op zak hadden en die uitdeelden aan omstanders, zongen met anderen het Wilhelmus voor het huis van een N.S.B.’er. Dat viel niet in goede aarde.

Een dag later, op zondag, arriveerde de Sicherheitsdienst. Meerdere mannen werden opgepakt. Op het SD-hoofdkwartier aan de Heemraadsingel in Rotterdam werden ze verhoord.
Hendrik Beems, Maarten Hooikaas en Martinus Kwakernaak mochten naar huis. Gerrit Verspui en Wout de Ridder werden gedeporteerd naar concentratiekamp Vught, maar enkele maanden later vrijgelaten.
Voor Arie Verhoef en Wout Slob liep het tragisch af. Op 3 mei 1943 om 17.35 uur werden zij wegens “opruiing en samenscholing” ter dood veroordeeld. Diezelfde avond werd het vonnis voltrokken. Ze kregen nog kort de tijd om een afscheidsbrief aan hun familie te schrijven.

Bronnen:

  • Drie dorpen in oorlogstijd , Historische Vereniging Hoogblokland Hoornaar Noordeloos.
  • De Waard in oorlogstijd deel 1, A Korpel
  • Foto van Wout Slob is beschikbaar gesteld door Anneke van Driel
  • Koos Bot