Terug naar toen: De Zes Molens

De naam van woonzorgcomplex De Zes Molens is ontleend aan de polder Het Land der Zes Molens.

Een polder is een stuk land dat wordt omsloten door dijken of dijkjes, waarbij de waterstand kunstmatig wordt geregeld. Tegenwoordig gebeurt dat met gemalen, maar vroeger gebeurde dit met windmolens. In deze polder stonden er ooit zes – vandaar de naam.

Op het kaartje hieronder zie je waar deze molens ooit stonden. Twee daarvan zijn nog altijd te bewonderen:

  • De Scheiwijkse molen (geel gemarkeerd)
  • De Oudendijkse molen (rood gemarkeerd)

Zij herinneren ons aan de tijd waarin windkracht onmisbaar was om het land bewoonbaar en bewerkbaar te houden.

In paars de grenzen van de polder De Zes Molens.

De molens in de Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er, net als nu, nog twee molens aanwezig. Deze molens stonden echter al langere tijd stil, omdat hun taak was overgenomen door dieselgemalen. De oorlog bracht echter schaarste op veel vlakken. Er was bezorgdheid dat er op een gegeven moment geen brandstof meer beschikbaar zou zijn voor de gemalen. Daarom werd besloten om de twee molens op te knappen en opnieuw in gebruik te nemen. Met ‘ouderwetse’ windkracht kon zo de polder drooggehouden worden.

Tegenwoordig zijn de dieselgemalen vervangen door elektrische gemalen. Interessant genoeg zou het kunnen zijn dat deze elektrische gemalen tegenwoordig werken op elektriciteit die opgewekt wordt door moderne windmolens, en daarmee indirect weer op windkracht draaien.

Middeleeuwse ontginningsboerderij

Bij de bouw van woonzorgcomplex De Zes Molens stuitte men op de resten van een oude boerderij. Aan de hand van gevonden aardewerkscherven kon deze worden gedateerd op het begin van de 12e eeuw – precies de periode waarin deze streek werd ontgonnen.

De boerderij was met de voorzijde naar het water gericht. De huidige weg, de Lage Giessen, bestond toen nog niet; vervoer ging destijds volledig over het water. De sloten in het gebied waren al wel gegraven, zoals gebruikelijk was bij de ontginning: vanuit de Kromme Giessen de polder in. De boerderij stond op de kop van een kavel, iets hoger gelegen en was gebouwd met materialen uit de directe omgeving.

Waarschijnlijk groeiden er destijds veel elzen in de streek, want de constructie was geheel opgetrokken uit elzenhout. Het dak was vermoedelijk bedekt met riet en de wanden bestonden uit vlechtwerk, opgevuld met leem. In het midden van het woongedeelte bevond zich een stookplaats – zonder schoorsteen.

Op basis van de vondsten is een model gemaakt dat laat zien hoe deze boerderij er ooit moet hebben uitgezien.

Hoewel de boerderij zelf verdwenen is, is het slotenpatroon – destijds met de hand gegraven tijdens de ontginning – nog altijd in het landschap zichtbaar.

Bronnen:

  • Verenigingsblad Historische vereniging Hoogblokland Hoornaar Noordeloos, nummer 2, december 2015.
  • De Zes Molens, ing. J den Besten